Source
stringclasses
9 values
Original ID
stringlengths
1
9
Acceptability
int64
0
1
Original annotation
stringclasses
5 values
Sentence
stringlengths
4
152
Material added
int64
0
1
SoD-Noun2
4.1a
1
null
Ik geef een paar voorbeelden.
1
SoD-Noun2
4.1b
1
null
Ik geef twee voorbeelden.
1
SoD-Noun2
4.1b
1
null
Ik geef enkele voorbeelden.
1
SoD-Noun2
4.3a
1
null
Ik heb een paar schoenen.
1
SoD-Noun2
4.3b
1
null
Ik zag het paar schoenen.
1
SoD-Noun2
4.4a
1
null
Er lopen een aantal studenten over het grasveld.
0
SoD-Noun2
4.4b
1
null
Het aantal studenten is dit jaar weer gedaald.
0
SoD-Noun2
4.5a
1
null
Er staat een tafel vol cadeaus.
1
SoD-Noun2
4.5a
0
??
Er staat een tafel cadeaus.
1
SoD-Noun2
4.5b
1
null
Er staat een hele tafel cadeaus.
1
SoD-Noun2
4.5c
1
null
Dat is een brief jobstijdingen.
1
SoD-Noun2
4.7a
1
null
Ik zwem in een sloot melk.
1
SoD-Noun2
4.7a
0
*
Ik zwem in een sloot zand.
1
SoD-Noun2
4.7a
0
*
Ik zwem in een zee boeken.
1
SoD-Noun2
4.7b
1
null
Ik zie een kudde olifanten.
1
SoD-Noun2
4.7b
1
null
Ik zie een kudde vee.
1
SoD-Noun2
4.8b
1
null
Ik geef les aan een sloot kinderen.
1
SoD-Noun2
4.8b
1
null
Er is echt een sloot aanmeldingen.
1
SoD-Noun2
4.10a
1
null
Er demonstreren een boel studenten.
0
SoD-Noun2
4.10a
0
*
Er demonstreert een boel studenten.
0
SoD-Noun2
4.10b
1
null
Er demonstreert een groep studenten.
0
SoD-Noun2
4.10b
0
*
Er demonstreren een groep studenten.
0
SoD-Noun2
4.11a
1
null
Er demonstreert een aantal studenten.
0
SoD-Noun2
4.11a
1
null
Er demonstreren een aantal studenten.
0
SoD-Noun2
4.11b
1
null
Een aantal studenten demonstreert.
0
SoD-Noun2
4.11b
1
null
Een aantal studenten demonstreren.
0
SoD-Noun2
4.12a
1
null
Er ligt een kilo appels op tafel.
0
SoD-Noun2
4.12b
1
null
Er liggen een kilo appels op tafel.
0
SoD-Noun2
4.12b'
0
*
Een kilo appels liggen op tafel.
0
SoD-Noun2
4.13a
1
null
Er staan twee liters melk in de koelkast.
0
SoD-Noun2
4.13a
0
*
Er staat twee liters melk in de koelkast.
0
SoD-Noun2
4.13b
0
*
Er staan twee liter melk in de koelkast.
0
SoD-Noun2
4.13b'
0
*
Twee liters melk staat in de koelkast.
0
SoD-Noun2
4.14a
1
null
Een kudde olifanten gaat voorbij.
0
SoD-Noun2
4.14a
0
*?
Een kudde olifanten gaan voorbij.
0
SoD-Noun2
4.14b
1
null
Er ligt een zakje snoepjes op tafel.
0
SoD-Noun2
4.15c
0
*
Er ligt twee reep chocola op tafel.
0
SoD-Noun2
4.16a
1
null
Dat paar eenden zwemt.
1
SoD-Noun2
4.16a'
1
null
Die paar eenden zwemmen.
1
SoD-Noun2
4.16b
1
null
Ik heb dat pond kaas gekocht.
1
SoD-Noun2
4.16b'
1
null
Ik vond die pond kaas lekkerder.
1
SoD-Noun2
4.17a'
1
null
Deze paar eenden zijn geel.
1
SoD-Noun2
4.17b
1
null
Dit pond uien is vers.
1
SoD-Noun2
4.17b'
1
null
Deze pond kaas is lekker.
1
SoD-Noun2
4.18a
1
null
Dit paartje eenden zwemt.
1
SoD-Noun2
4.18b
1
null
Dit pondje kaas is lekker.
1
SoD-Noun2
4.19a
1
null
Ik drink deze fles bier.
1
SoD-Noun2
4.19a
1
null
Ik drink die fles bier.
1
SoD-Noun2
4.19a'
0
*
Ik drink dit fles bier.
1
SoD-Noun2
4.19a'
1
null
Ik drink dat fles bier.
1
SoD-Noun2
4.19b
1
null
Deze kudde vee loopt buiten.
1
SoD-Noun2
4.19b'
1
null
Dat kudde vee loopt buiten.
1
SoD-Noun2
4.19c
1
null
Dit stuk kaas is lekker.
1
SoD-Noun2
4.19c
1
null
Dat stuk kaas is lekker.
1
SoD-Noun2
4.19c'
0
*
Deze stuk kaas is lekker.
1
SoD-Noun2
4.19c'
1
null
Die stuk kaas is lekker.
1
SoD-Noun2
4.20a
1
null
De studenten verspreiden zich.
0
SoD-Noun2
4.20a'
1
null
De politie verspreidt zich.
0
SoD-Noun2
4.20b
1
null
De studenten omsingelen het gebouw.
0
SoD-Noun2
4.20b'
1
null
De politie omsingelt het gebouw.
0
SoD-Noun2
4.21a
1
null
Er omsingelen een aantal studenten het gebouw.
0
SoD-Noun2
4.21b
1
null
Een aantal studenten omsingelt het gebouw.
0
SoD-Noun2
4.22c
1
null
Jan verzamelde een doos postzegels.
0
SoD-Noun2
4.22c
1
null
Jan verzamelde een doos porselein.
0
SoD-Noun2
4.23a
1
null
Jan rookt een sigaar.
0
SoD-Noun2
4.23c
1
null
Jan rookt een doos sigaren.
0
SoD-Noun2
4.24b
1
null
Jan sloot een doos.
0
SoD-Noun2
4.25a
1
null
Jan at een kilo paddenstoelen.
0
SoD-Noun2
4.25b
1
null
Hij is gestoken door een zwerm wespen.
0
SoD-Noun2
4.25c
1
null
Hij heeft een stuk taart opgegeten.
0
SoD-Noun2
4.26a
1
null
Ik drink een koud glas bier.
1
SoD-Noun2
4.26a'
1
null
Ik drink een glas koud bier.
1
SoD-Noun2
4.26b
1
null
Ik drink een lekker glas bier.
1
SoD-Noun2
4.26b'
1
null
Ik drink een glas lekker bier.
1
SoD-Noun2
4.27a'
1
null
Ik drink een glas met koud bier.
1
SoD-Noun2
4.27b'
1
null
Ik drink een glas met lekker bier.
1
SoD-Noun2
4.29a
1
null
Ik drink een lekkere wijn.
1
SoD-Noun2
4.29b
1
null
Ik drink een lekker glas wijn.
1
SoD-Noun2
4.29b
0
*
Ik drink een lekkere glas wijn.
1
SoD-Noun2
4.30a'
1
null
Ik drink een fles zure melk.
1
SoD-Noun2
4.31a
1
null
Ik heb een kleine doos knikkers.
1
SoD-Noun2
4.31a'
1
null
Ik heb een doos kleine knikkers.
1
SoD-Noun2
4.32a'
1
null
Dat is een luidruchtige groep studenten.
1
SoD-Noun2
4.32b
1
null
Ik schrijf met een geel stuk krijt.
1
SoD-Noun2
4.32b'
1
null
Dat is een dodelijk brok radioactief afval.
1
SoD-Noun2
4.33a
1
null
Dat zijn een aantal luidruchtige studenten.
1
SoD-Noun2
4.33a'
0
*?
Dat is een luidruchtige aantal studenten.
1
SoD-Noun2
4.33b
1
null
Ik heb een kilo geel krijt.
1
SoD-Noun2
4.34a
1
null
De ouders van Jan en Marie slaan elkaar.
0
SoD-Noun2
4.34b
1
null
Hun ouders slaan elkaar.
0
SoD-Noun2
4.35b
1
null
Een pond pieren krioelt door elkaar.
0
SoD-Noun2
4.35c
1
null
Een emmer pieren krioelt door elkaar.
0
SoD-Noun2
4.35c
0
*
Een emmer pieren krioelen door elkaar.
0
SoD-Noun2
4.35d
1
null
Een club toeristen fotografeert elkaar.
0
SoD-Noun2
4.35d
0
*
Een club toeristen fotograferen elkaar.
0
SoD-Noun2
4.36a
1
null
Jan houdt een glas melk vast.
0
SoD-Noun2
4.36c
1
null
Ze is zuur.
0
SoD-Noun2
4.37a
1
null
Jan drinkt een glas melk.
0
SoD-Noun2
4.39a
1
null
Dat zijn een boel mensen.
1
SoD-Noun2
4.39a'
0
*
Dat zijn vier boel mensen.
1